http://www.nedstatbasic.net/apply?ref=1&accountname=Lib+Aria Lib Aria: zondag, januari 22, 2006

zondag, januari 22, 2006

Sean en Jeanette deel 2

Sean en Jeanette - deel 2

Vandaag regende het wat minder gulzig als gisteren, vandaar dat ik me tussen de regenbuien door wat nuttig trachtte te maken. Goede punten verdienen bij een vrouw, al is het door huwelijk je eigen vrouw, is van kapitaal belang. Ik noem het tickets verdienen. Ik laat het aan jullie verbeelding over welke tickets ik dan verdien, en wanneer ik de waarde of tegenwaarde ervan inzet.

Dus, ijverig als steeds, zinnens mijn ticketboekje rijkelijk aan te vullen, heb ik me vandaag meer dan eens, zoals een goede huisslaaf dat hoort te doen, menig maal dubbel geplooid.

Met de in twee delen uitschuifbare ladder, die je ook niet uitgeschoven maar met beide ladderonderdelen bovenaan ineen gehaakt, de grond rakende delen met “de poten wijd” zettend zodat je een ladder verkrijgt waar je aan de ene kant op kan kruipen om er aan de andere kant weer af te dalen. Je kan, zoals ik dat trouwens deed vandaag, bovenaan, op het scharnierpunt van beide ladderonderdelen, met een voet op de ladder links en met de andere voet op de ladder rechts steun zoeken zodat je, als op een bok, redelijk goed gesteund kan staan om te werken op zeer grote hoogte.

Snoeien van bomen, geen laagstammen maar hoogstambomen, is geen sinecure. Het is behalve een evenwichtsoefening op de ladder ook nog moeilijk om staande op die dan met de kettingzaag dikke takken uit een verwilderde boom te zagen. Als het zagen al lukt, en de tak begeeft het omdat je hem amputeerde van de stam die je wil behouden, dan moet je een heel klein beetje hemels geluk hebben of de vallende tak sleurt je mee de dieperik in, met alle gevolgen van dien.

Iedere passant, als ze en passant zich veroorloofden om naar mij en mijn werkzaamheden te kijken, kregen het benauwd als ze me daar hoog in de boom zagen stuntelen. Er waren bezorgde buren die me met raad en daad wilden bijstaan, maar eens ze onderaan mijn laddercomplex stonden, kregen ze nog meer de bibber op hun lijf en verdwenen ze al even snel dan als ze gekomen waren.

Behalve….

Juist ja, Jeanette…

Jeanette, de eeuwige straat-buurt-zeik-tante (dit is vanaf nu een nieuw woord roddeltante) had, omdat het graag zeveren en zagen bij haar voorrang krijgt op vrees en angst die haar het in primeur roddelen zouden verhinderen.

Staat ze me daar onderaan de ladder te lullen en te zeiken alsof ik, tijdens mijn kettingzaagwerkzaamheden op zeer hoog niveau, letterlijk wel te verstaan, zou kunnen verstaan wat ze daar staat uit te braken. Dus, ik, niet naar beneden kijkend, omdat primo zij daar staat en het zien van haar misvormde plastische eigenschappen me de hoog-in-de-boom-diarree zou bezorgen en dat is op zo’n moment niet praktisch, en secundi ik telkens ik, als ik ergens hoog sta, naar beneden kijk, ik draaierig wordt. Gezien de te snoeien boom aan een man met draaierige troubles geen boodschap heeft, deed ik consequent wat men en ook de te fatsoeneren boom van mij verwachtte. Ik snoeide en zaagde alsof het een lieve lust was.

Jeanette, en dat zag ik wel als ik even onder mijn opgeheven armen door gluurde, stond daar nog steeds ijverig te praten, althans dat kon ik opmaken uit de lipbewegingen en uit haar bij de uitleg horende gebaren. Wat ze zij, hoorde ik gelukkig niet.

Van dat onwennig op die verschrikkelijk hoge ladder te staan met zo’n gevaarlijke en niets ontziende kettingzaag die op volle toeren makkelijk een oude eik van 300 jaar oud in 2,5 omgezaagd krijgt, krijg je als man die het ding moet vasthouden en sturen, zeg maar besturen, krampen in je armen, je ellebogen, je polsen, je vingers, en pijn aan je goesting, dus stopte ik da machine even, nam ze met de veiligheidshandel in een hand en ik steeg (daalde) van de ladder af . Raar hè dat men van een ladder kan afstijgen, neerstijgen dus, al bestaat dát woord niet.

Onder aan de ladder gekomen besefte ik me dat Jeanette al evenveel lawaai maakte als de in volle werking zijnde houtzaag. Veel veranderde er niet voor mij, behalve dat ik nu weer, en dat letterlijk, met beide voeten op de grond stond, en ik verzeker u… dat was voor mij een opluchting. Jeanette neem ik er op de koop toe wel bij, als ik maar even vaste voet heb, dacht ik.

Weet je het al? vroeg ze.

Ja zei ik, gisteren zei je het me al.

Wat zei ik je gisteren dan? vroeg zij dan weer.

Sean, zei ik. Oh ja, vertelde ik het je al dat Sean, volgens mij, vreemd gaat?

Dat verwonderd me niets zei ik, waarop zij dan weer zei; zeg joeng, ik dacht dat jij zo’n braaf joegske waart, maar nu, nu jij hem bijtreedt, nu daal je in mijn achting voor jou.

Ahha zei ik, ben ik dan ook voor eeuwig van jou gezeur af?

Ze begon te janken, te huilen als een kind, en ik dacht; verdomme, zit ik hier met andermans tranende vrouw opgescheept, dra denken de buren nog dat ik haar iets aangedaan heb.

Even wuifde ik met mijn kettingzaag, ik hief het lemmet waarop de ketting loopt op in haar richting, ze schrok, meteen stapte ze enkele passen achteruit en stond ze daar met een betraand gezicht met de benen wijd alsof ik haar met mijn tuig het overtollig vet dat kwabbig tussen haar dijen hangt zou wegzagen.

Ik moest er van lachen, ik zag me al plastisch chirurg spelen en dat met de grove middelen. Ik peins dat ik de vele vrouwen met meer dan teveel aan overschot hier en daar allemaal op visite zou krijgen, tenzij ze een lichte voorkeur hebben voor “de maagband” natuurlijk.

Ik dacht, in een flits, terug aan die boom-diarre, en gebruikte dat foefke (verhaaltje) om aan Jeanette te zeggen dat ik zéér dringend naar “de toilet” moest, dat ik geen seconde meer kon wachten of het zou te laat zijn.

Gezien ze nooit graag kinderkonten heeft verfrist nadat ze de stinkende luiers ontdeed van haar borelingen, begreep ze als geen andere dat ze voor mij nu dringend de baan moest ruimen of ze zou, alsnog, en dat na zovele jaren, weer aan het kontjes reinigen toe zijn, dacht ze (waarschijnlijk).

Ze zei bij mijn afscheid van haar; wel dan kom ik morgen even langs om je het hele verhaal van Sean te vertellen.

Ik, die in “commedia del arte” stijl, met een hand aan mijn kruis, mijn billen zogezegd dichtknijpend om erger te voorkomen, al lopend richting keukendeur, zei haar; yep see you later baby… en weg was ik.